vrijdag 29 juli 2011

Progressivisme; De Weg naar Nergens

In het vorige artikel zagen we hoe Politieke Correctheid en het moderne Liberalisme religieuze aspecten hebben door concepten zoals de “Oorspronkelijke Zonde” en besmette bloedlijnen te gebruiken. Net zoals veel religies rechtvaardigt Politieke Correctheid zichzelf op ongefundeerde aannames en heeft het mensen nodig die deze geschriften geloven. In die zin is Politieke Correctheid, ondanks de naam, meer een nieuwe religie, een eigentijds geloofsysteem, dan een politieke ideologie.
Progressivisme is een politieke term die refereert aan ideologieën die hervorming voorstaan, vooral hervorming van een Liberale of linkse aard. Hoewel de term progressivisme niet per definitie refereert aan linkse politiek, wordt het veel gebruikt door links om naar haar eigen ideologieën te refereren, waardoor het synoniem is geworden met links. Veel liberalen refereren naar Politiek Correcte ideologieën dan ook simpelweg als “progressieve ideologieën” en noemen zichzelf steevast “progressieven”. In dit artikel kijken we dan ook naar het progressivisme in de Politieke Correctheid en hoe het Politiek Correcte establishment bepaalt welke idealen progressief zijn en welke regressief zijn.
De term “progressief” heeft twee verschillende en voor de hand liggende connotaties. Door een bepaald idee te labelen als “progressief” associeert men dit idee met het positieve, met vooruitgang, het bereiken van het gewenste doel. Het wordt over het algemeen aangenomen dat dit doel een positief doel is. Progressieve ideeën lijken dan ook onmiddellijk ideeën te zijn die de samenleving steunen, die haar evolutie en ontwikkeling vooruit helpen. Aan de andere kant, door simpelweg een idee als “regressief” te betitelen wordt het idee geassocieerd met het negatieve, met regressie, achteruitgang en het weggaan van het gewenste doel. Regressieve ideeën worden om die reden over het algemeen gezien als ideeën tegen de samenleving, welke haar evolutie en ontwikkeling tegen houden.     
Ten tweede definieert de term “progressief” de doelen. Een ideaal dat waarde neutraal of moreel dubbelzinnig kan worden neergezet als iets positiefs, als datgene dat naar een doel toe werkt. Door te stellen dat het herstructureren van de hiërarchie binnen een bedrijf een progressieve stap is, suggereert men dat het einddoel, de nieuwe structuur van het management, een wenselijke uitkomst is die goed is voor alle betrokkenen.   
Daarom wordt jargon zoals “vooruitgang” en “positieve stappen” zoveel gebruikt door managers. Door iets te definiëren als “vooruitstrevend denken” of “progressief” maakt men de aanname dat het doel positief is. Het gebruik van vocabulaire is veel makkelijker dan feitelijk de voordelen van het einddoel aantonen, of een positieve uitkomst voor andere aandeelhouders te garanderen. Hetzelfde zien we bij de liberalisering van het huwelijk, zoals homoseksuele trouwerijen. Dit wordt door Links vaak vooruit geschoven als zijnde “progressief”, maar het is nooit bewezen dat dit ten goede zou komen aan de samenleving als geheel. Er was geen analyse, geen enkele reden om tot deze conclusie te komen. Het werd simpelweg voor waarheid aangenomen dat de menselijkheid moest Liberaliseren en dat dit de manier was waarop de samenleving zich MOEST ontwikkelen. Het is niets waard dat op andere politieke gebieden ook het idee van een enkele, wenselijke uitkomst wordt gezien als de enige mogelijkheid om de beschaving te ontwikkelen. Dit kan men zien in hoe de stedenuitbreiding, economische groei en ontwikkeling van leegstaand land wordt gekoppeld aan de vooruitgang van de mensheid.  

Een ander voorbeeld dat vaak terloops aangevoerd wordt is het “onvermijdelijke”mengen van rassen. Het wordt vaak aangenomen dat er uiteindelijk maar één ras zal zijn en dat dit een onontkoombaar onderdeel van vooruitgang is. Echter ook hier weer is er geen enkele gefundeerde basis buiten de aanname dat een bepaalde ideologie de weg voorwaarts is. Het maakt ook de belachelijke aanname dat 1,4 Miljard Chinezen en 1,5 miljard mensen uit India op de een of andere manier enkele honderden miljoenen andere etnische groepen laten immigreren en laten trouwen met de oorspronkelijke bevolking. Dit is geen verklaring door feiten of observatie, aangezien het enkel de Westerse wereld is die gelooft dat dit onontkoombaar of noodzakelijk is. Dit is enkel een verklaring die politieke vooroordelen onthuld en misschien een vooroordeel tegen Westerlingen, Blanken of Europeanen in het algemeen.

Ongedefinieerd doel

Een principe dat men in de meeste grote religies terug vind is Fatalisme, het idee van een verheven plan. Fatalisme is het idee dat het bestaan en de menselijkheid bestaan voor een bepaald gedefinieerd doel. Of dit nu is om meer op God te lijken, of religie universeel gevolgd te laten worden, er is een doel dat letterlijk of figuurlijk op papier is gezet door de schepper. Het kan ook een new age geloof zijn in een hogere graad van spiritualiteit. Het kan ook het geloof zijn dat evolutie een einddoel heeft waar de menselijkheid naartoe zou moeten werken.

Politieke Correctheid neemt dit concept en past het in een enigszins seculiere context toe. Het gedefinieerde doel wordt Liberalisme, en de idealen die als progressief worden gezien en toe werken naar een Liberale linkse utopie worden geportretteerd als de uitkomst van sociale en politieke evolutie. Concurrerende en tegenstrijdige ideeën worden als regressief gezien, als ideeën die de mensen enkel weg trekken van hun lot, het einddoel. Progressief zijn impliceert kennis over de toekomst en het ultieme eindspel van het menselijk bestaan. Zoals profeten of wijze ouderen is progressivisme een soort onthulde wijsheid welke normaal gesproken niet duidelijk of bereikbaar zou zijn. Deze onthullingen worden neergezet als de waarheid van het gospel, dat moet worden beschermd tegen onderzoek en ketterij. Sterker nog de ijverigheid waarmee de Politieke Correctheid diegenen aanvalt die er andere ideeën van sociale vooruitgang op na houden is het bewijs van een gebrek aan gefundeerde rede en wetenschappelijk bewijs voor de aannames die het maakt.          



Schaamte?

Schaamte is een emotionele staat die mensen voelen die zijn betrapt op een sociaal onacceptabele of absurde handeling, iets dat iemands zwakke punten onthuld. Schaamte is ook een emotie die vaak gemeld wordt door mensen in het opzicht van politieke of sociale besluiten die anderen hebben gemaakt. Deze schaamte komt voort uit het “betrapt” zijn tot een groep te behoren die op een politiek of sociaal onwenselijke manier heeft gehandeld. Terwijl persoonlijke schaamte zoals betrapt worden met je broek op je knieën in het openbaar een zeer begrijpelijk en duidelijk voorbeeld is, is “groepsschaamte” een stuk complexer.

Een veel gebruikt argument dat zowel links als rechts gebruikt is de expressie van “schaamte” voor het gedrag van andere mensen in de samenleving, of hun representatieve regering of sociale leiders. Dit is een vaak gehoord en vaak gebruikt argument aan de linkerzijde. “Schaamte” omdat hun natie niet het “progressieve” beleid volgt of dat het richting “regressief” beleid schuift. Het kan een schaamtegevoel opleveren als mede burgers niet het internationalisme omarmd hebben en nog steeds een gevoel van nationale en culturele identiteit hebben. De keuze om die onvrede in termen van schaamte te uiten is onthullend.

Schaamte komt enkel voor als men is “betrapt”, als men dit soort schaamte heeft, erkend men eigenlijk dat er nog andere individuen zijn wiens mening wordt beïnvloed. De vraag is dan ook wie zijn deze getuigen? Als men zich ervoor schaamt dat hun land geen linkse idealen heeft geadopteerd, wie veroordeeld hen dan? Hun collega’s? Dat is niet logisch omdat de persoon niet zelf erbij betrokken is zoals al zijn collega’s weten. Andere naties? Wellicht, maar aangezien de Westerse wereld grotendeels de meest “progressieve” wereld (aldus Liberalen) is, komt dit ook niet ter sprake. Meer conservatieve landen (zoals de rest van de wereld) zullen er niet wakker van liggen. Wellicht een buitenaardse beschaving die observeert? Ver gezocht, maar het verklaart het al meer. Het bewuste universum? Van welke getuige de mening wordt beïnvloed is onduidelijk, maar het laat zien dat er een vorm van extern bewustzijn observeert en oordeelt. Om jezelf veroordeeld te voelen, moet je de morele standaard weten waarmee men oordeelt. Daarom geeft de Liberaal die schaamte voelt onbewust een geloof in een soort extern moraal en iets of iemand die oordeelt op basis van dat moraal toe. Dit bindt in met het concept van een aangenomen “verheven plan” of het geloof dat het bestaan een bewustzijn heeft. Meer bewijs dus dat Politieke Correctheid een ware religie is.        

De onderliggende zwakte van Politieke Correctheid is dat er aannames worden gemaakt zonder enige gefundeerde basis. Wie zegt dat links progressivisme gelijk heeft en wie zegt dat rechts progressivisme gelijk heeft? Waar is het edict waarin staat dat we economisch moeten groeien of dat we Marxistische historische onvermijdelijkheid moeten volgen of ontwikkelen? Eeuwenlang wetenschappelijk onderzoek heeft geen vastgelegd doel aangetoond, enkel onnadenkende wetten. Er is een onderscheid tussen legitieme toekomst en illegitieme toekomst. Alle toekomst is toegestaan en er is geen entiteit buiten de menselijkheid, buiten het geloof in God, dat verwachtingen heeft over waar de mensheid MOET eindigen. Zelfs de Christelijke religie is van oorsprong grotendeels a-politiek. Jezus hield zich niet bezig met partijpolitiek.   

Zij zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. – Mattheus 22:21

Jezus hield zich bezig met het volgende leven, het koninkrijk van God, Niet of men Groen, Nationalistisch of onafhankelijk stemde. Of naties aparte entiteiten bleven of samengevoegd werden was irrelevant. Men werd niet beoordeeld op hun politieke overtuigingen op aarde. Politieke Correctheid vult die leegte en houdt zich met deze vragen bezig en forceert een specifieke modus van denken. Het heeft een bijna buitenaardse onthulling over wat goed en slecht is en houdt zich met deze zeer aardse zaken bezig.

Conclusie

Wellicht dat het idee dat er geen vastgelegd moraal system in het universum bestaat mensen oncomfortabel doet voelen. Het enige universele morele systeem is er een die door een individu bepaald wordt. Het universum is moreel onverschillig, ongeacht wat er gebeurt met ons, het zal ons niet beschermen tegen een “slechte” beslissing, noch zal het ons belonen voor een “goede” beslissing. Het geloof dat creatie bestaat, met als doel om mensen een staat van waardig leven te laten bereiken waarin men comfortabel leeft, biedt emotionele veiligheid.

Politieke Correctheid is, hoewel het niet de enige politieke ideologie is dat zich gedraagt alsof het van een hogere macht af komt, een van de meest prominente ideologieën. Duidelijke en harde analyse laat zien wat Politieke Correctheid beweert en wat het eist van ons, terwijl het niet gebaseerd is op verzamelde kennis, onderzoek, testen en fouten maar op aannames en suggesties. In plaats van feiten wordt het door geloof vervangen. Waar objectieve en open analyse zouden moeten zijn heerst kortzichtig dogmatisme. Mensen die de taak op zich nemen om Politieke Correctheid te promoten en op te leggen zijn afhankelijk van anderen die het voor lief nemen, dat is de basis van de bron van hun geloof. Zij zijn afhankelijk van mensen die dit overnemen vanuit hun “morele superioriteit” of hun ideologische positie, of als ze deze niet hebben uit angst om verketterd te worden.

Het blijft een feit dat er geen solide basis is voor “progressieven” om te definiëren wat “vooruitgang” of “progressie” is buiten hun persoonlijke mening. Er is geen aan te voeren argument dat stelt welke directie de beschaving moet nemen. Het Liberalisme claimt dat zij de moraal heeft dat de mensheid vooruit stuurt, maar is geen precedent hiervoor, er is geen enkel bewijs dat dit waar is.       

Feitelijk zijn Liberalisme en Politieke Correctheid juist fataal voor gezonde samenlevingen. Een hard feit dat wordt verborgen door de onderdrukking van elk wereldbeeld dat deze fout noemt. Als de boodschap wijdverspreidt kan worden dat Politieke Correctheid niets meer is dan een mening; niet heiliger dan een cultus; niet meer autoriteit heeft dan een individueel vooroordeel; dan zijn we op weg om van de corrupte en onderdrukkende invloed van de Politieke Correctheid af te komen. Door simpelweg te weigeren haar grotendeels ononderbouwde morele basis te erkennen verliest het haar relevantie. De keizer heeft geen kleren. Er hoeft niets meer gedaan te worden dan simpelweg te handelen en te doen wat we zeggen.  

G James

donderdag 28 juli 2011

De Theologie van de Politieke Correctheid

“Religie is de opium van het volk” is wellicht een van de meest herhaalde en verkeerd begrepen uitspraken van Karl Marx. In de correcte context zien we een erkenning van de noodzaak voor mensen om zich tot religie te keren om hun ziel te verlichten en om een comfort te creëren waar deze niet gevonden kan worden. Het is de manier waarop mensen orde vinden in een chaotische wereld. Het is een cocon tegen het nihilistische universum en een geloof in een buitenmenselijk bewustzijn. Het is een geloofssysteem dat mensen hun sterkste emotionele vermogens gebruiken en als zodanig het meest effectieve middel is om mensen te binden aan diegenen die dit zullen exploiteren voor hun eigen doelen en macht. 
“Religie is het zelfbewustzijn en zelfvertrouwen van de mens die nog niet is doordrongen van zichzelf of zichzelf alweer heeft verloren. Maar de mens is geen abstract wezen dat buiten deze wereld staat. De mens vormt de wereld van de mens – Staat en samenleving. Deze Staat en samenleving produceren religie, dat een omgekeerd bewustzijn van de wereld is, omdat zij een omgekeerde wereld zijn. Religie is de algemene theorie van deze wereld, haar encyclopedische compendium, haar logica in een populaire vorm, haar enthousiasme, haar morele sanctie en haar universele basis van consolidatie en rechtvaardiging. Het is de fantastische realisatie van de menselijke essentie omdat de menselijke essentie nog geen echte realiteit heeft verworven. Een strijd tegen religie is om die reden dan ook een strijd tegen een wereld wiens spirituele aroma religie is. Religieus lijden is, op hetzelfde moment, de expressie van echt lijden en een protest tegen echt lijden. Religie is de zucht van het onderdrukte wezen, het hart van een harteloze wereld, en de ziel van zielloze condities. Het is de opium van het volk. De afschaffing van religie als het illusoire geluk van het volk is de eis voor hun echte geluk. Om hen op te roepen om hun illusies op te geven is om hen op te roepen een conditie op te geven die illusies nodig heeft. “ – Karl Marx
In het begin van de eenentwintigste eeuw kunnen we in de Westerse wereld terug kijken en de afname zien van de theocratische controle binnen Westerse samenlevingen. Samenlevingen welke langzaam en pijnlijk, en niet zonder martelaars, de opgelegde lasten van religieuze geloofsystemen van zich af hebben weten te werpen. De Westerse wereld heeft besloten om op eigen benen te gaan staan en de grote leegte en betekenisloosheid van het bestaan te confronteren zoals het is, en niet zoals we willen dat het is.
Echter met de afname van de macht van de kerk, hoeven we niet noodzakelijk het einde van religie te zien. Nieuwe religies verschijnen om de leegte op te vullen. New-Age religies, verschillende samenzwerende cults en sekten, Oosterse religies en mysticisme en wellicht de meest prominente van allemaal de Politieke Correctheid. Politieke Correctheid is een moreel systeem dat wordt gebruikt om vorm te geven aan taal, gedachten, beleid en sociale standaarden ter ondersteuning van de Links Liberale idealen. Politieke Correctheid is niet ontstaan als resultaat van wetenschappelijke studie noch is het gebaseerd op een hypothetisch feit dat is aangetoond, het is eerder een systeem dat is geformuleerd om in een bepaalde politieke behoefte te voorzien. Het is een systeem van geloof, gebaseerd op een geloof.
Op veel gebieden zijn er duidelijke parallellen tussen Politieke Correctheid en religie. Het gedraagt zich in veel gevallen net als religie, het vervult dezelfde behoeften als religie. We kunnen gerust stellen dat Politieke Correctheid een religie is. Het is een moderne, gedecentraliseerde kerk. Het is de religie waarbij iedereen een priester of dominee kan worden en daarom macht over mensen kan uitoefenen. Het is de denkwijze waarvan men kan eisen dat mensen het accepteren zonder bewijs te zien. Het is de moderne ideologie die mensen niet enkel van de religie kan verbannen, maar die mensen uit de samenleving kan verbannen omdat ze niet dezelfde ongefundeerde aannames maken.
Om een moraal systeem te adopteren dat Politieke Correctheid voorschrijft is het maken van morele besluiten gebaseerd op geloof in plaats van feiten. Het is de acceptatie van de moraliteit van de “Hoge Priesters” van de Politieke Correctheid zonder vragen en zonder kritiek. Politieke Correctheid heeft haar eigen doctrine, haar eigen hoge priesters, haar eigen zonden, inquisitie en ketters. Het is op geloof gebaseerd omdat het werkt op onderliggende aannames die worden gemaakt zonder enig bewijs dat die aannames ondersteund. Het definieert welke idealen progressief zijn en welke regressief zijn en neemt het gewoon voor waarheid aan, steunend op de aanhangers die geloven dat het zo is. Het is gewoon een nieuwe poging om orde te vinden waar deze niet bestaat en een veilige cocon te creëren waarin de mensheid een vaststaand lot heeft, waar de natuur meegaand en respectvol is in plaats van onverschillig. Politieke Correctheid beschrijft, net zoals vele andere religies, een wereldbeeld waar de universiteit, het leven op aarde en de mensheid wordt aangepast om op de  “wishful thinking” tegemoet te komen. Het geeft de impressie dat de mensheid in een staat van harmonie en vrede zou leven als men enkel de Politiek Correcte doctrines zou volgen.

De Oorspronkelijke Zonde

Genesis begint met Adam en Eva, de twee creaties van God in de tuin van Eden. De slang overtuigde Adam en Eva om het fruit te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad. De slang deed dit met weinig moeite en volgens de geschriften moest de mens het paradijs verlaten vanwege ongehoorzaamheid aan God.
“Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd.  Er was al zonde in de wereld voordat de wet er was; alleen, zonder wet wordt er van de zonde geen rekening bijgehouden. Toch heerste de dood in de tijd van Adam tot Mozes over alle mensen, ook al begingen ze met hun zonden niet dezelfde overtreding als Adam. Nu is Adam de voorafbeelding van hem die komen zou.” - Romeinen 5: 12-19 

De zonde die door Adam was begaan veroordeelde toekomstige generaties voor de eeuwigheid, ondanks hun gedrag, ondanks iedere moeite die zij doen om niet te zondigen, tot de dood. Er zijn geen manieren om de ketting te breken en de vlek van de erfzonde te doen verdwijnen. De schuld is automatisch en wordt geërfd bij de verwekking, bijna alsof er genen zijn voor de oorspronkelijke zonde. Mensen zijn gedoemd om naar de Hel te gaan en enkel bepaalde acties kunnen hen redden van deze vurige ondergang. Het is niet genoeg om zonder zonden te blijven, het is niet genoeg om eerlijk, liefhebbend en genereus te zijn, het is niet genoeg om een gouden hart te hebben. Enkel wat de religieuze doctrine voorschrijft kan verlossing bieden.


Dit is een zeer krachtig concept. Ten eerste creëert het wijdverspreide propageren en indoctrineren van deze religieuze doctrine dat er massa’s aan mensen zijn die dit lot willen ontlopen. Ten tweede kan jij en enkel jij de uitweg bieden.
Een persoon kan niet ontsnappen van deze situatie omdat deze bevlekt is sinds de geboorte. Zij hebben geen enkele keus hierbij en hebben geen middelen om de oorspronkelijke zonde tegen te gaan. Dit is het morele equivalent van het creëren van eeuwige dienaren die een morele schuld erven vanaf de geboorte. Een schuld van oneindige kwantiteit die nooit afbetaald kan worden. De Kerk fungeert als een bemiddelaar tussen de schuldenaar en de schuldeiser en heeft dus een positie van macht. Hoewel de Christelijke doctrine van de “Oorspronkelijke Zonde” refereert naar de mens die tegen God zondigt en niet tegen andere mensen, hebben velen de taak op zich genomen om te handelen als schuldeisers voor God. De morele schuld die men vanaf de geboorte heeft zorgt ervoor dat individuen slaven worden van een ander die dit geloofssysteem weet te benutten voor eigen doeleinden.
Het voordeel van het verspreiden van zo’n geloof is duidelijk. Financiële schulden kunnen afbetaald worden waardoor de schuldenaar wordt verlost van de schuldeiser wanneer de schuld is afgelost. Hun nazaten zijn eveneens verlost van deze schuld omdat deze niet langer bestaat. De “Oorspronkelijke Zonde” biedt niet een dergelijke uitweg, de termen van aflossing zijn permanent en zullen door iedere generatie worden geërfd. Generatie na generatie gelooft dat zij zijn geboren met deze zonde. De Theocratie kan vervolgens claimen dat zij de enige middelen voor verlossing bieden. De vraag of het moreel is om iemand “zonde” te laten erven kan niet gesteld worden omdat dit ketterij zou zijn.              

Blanke schuld

De term “Oorspronkelijke Zonde” refereert aan de allereerste transgressie van mensen tegen de wil van God. De kracht van dit concept ligt in haar eeuwigdurende karakter. De “Oorspronkelijke Zonde” is een smet in de bloedlijn. Het hoeft niet noodzakelijk te bestaan om macht over mensen te hebben. Het feit dat iemand gelooft in een smet van zonde bij zijn voorouders is al voldoende.  

Blanke schuld is simpelweg de schuld die Westerlingen van Europese afkomst voelen vanwege de slechte behandeling van andere etnische groepen door blanken. Mensen voelen deze schuld vrijwillig, omdat zij leren over vroegere gebeurtenissen waarvan zij geloven dat deze onjuist waren en waarbij ze een gevoel van compassie en empathie hebben voor de slachtoffers. Of mensen krijgen blanke schuld opgelegd doordat ze geïndoctrineerd worden om te accepteren dat blanken andere etnische groepen en minderheden zouden hebben onderdrukt.
De relatie tussen “blanke schuld” en Politieke Correctheid zijn opvallend gelijk aan de relatie tussen “Oorspronkelijke Zonde” en de oude Theocratieën. Politieke Correctheid heeft dit geëxploiteerd voor vergelijkbare misdadige doeleinden. Het promoot dit idee als een middel om meer eeuwigdurende dienaars te creëren. Blanke mensen die “de schuld” van hun voorouder erven zijn gewillig om herstel betalingen te doen aan diegenen die “kwaad” gedaan zijn, de Politiek Correcte “Priesters” zijn hierbij de schuldeisers. De schuld wordt afbetaald met onderdanigheid en het adopteren van het moraal dat het Liberalisme van ons vraagt.    
Voor een ideologie die het idee aanhangt dat mensen moeten worden behandeld volgens hun individuele daden en karakter is “blanke schuld” een duidelijke uitzondering op deze regel, dit geeft de Politieke Correctheid veel macht. Zoals bij de “Oorspronkelijke Zonde” waar men niet kan kiezen om geboren te worden als een mens zonder zonde, ken men eveneens niet kiezen om als bepaalde etniciteit geboren te worden. Ondanks dat zij zelf geen zonde begaan hebben, worden ze eeuwige dienaars van de Politieke Correctheid. Men moet eerst de morele positie accepteren of men verantwoordelijk kan worden gehouden voor de misstanden begaan door je voorouders. Deze vraag stellen staat, net als bij de “Oorspronkelijke Zonde”, gelijk aan ketterij. Politieke Correctheid richt zich niet op een individuele compassie tegen minderheden, maar eist dat het individu de Politieke Correctheid volgt en de Politiek Correcte doctrine blind en volledig volgt. De Politiek Correcte theocratie, de intellectuelen, politici en andere zelfbenoemde leiders die deze religie van rechtvaardigheid, tolerantie en harmonie bepleiten eisen allereerst onderdanigheid aan hun eigen doctrine en hun bevelen.       
Mensen die zich verzetten tegen de oproep om zich schuldig te voelen en zich te onderwerpen aan de wil van Liberalisme en Linkse Politieke Correctheid richten zich op de aard van de zogenaamde misdaden. Veel tijd wordt gestoken om de ernst van de historische gebeurtenissen te verminderen of het te rechtvaardigen. Sommigen stellen zelfs dat andere etniciteiten beter af waren na de blanke kolonisatie. Anderen proberen om historische gebeurtenissen te weerleggen. Deze pogingen zijn niks meer dan pogingen om de “Oorspronkelijke Zonde” van “Blanke Schuld” te vernietigen door de zonde zelf aan te vechten. De zogenaamde “zondes” waar enkel en alleen Blanke volkeren schuldig aan zouden zijn, zijn in realiteit door de gehele geschiedenis en door de gehele wereld door allerhande rassen en etniciteiten begaan. Men kan discussiëren over het feit dat bepaalde gebeurtenissen fout of niet fout waren, maar dat is niet van belang. Zulke wreedheden zijn eerder een eigenschap van de mensheid als geheel dan van een bepaalde groep, maar ook dit punt is irrelevant. 
Wat veel mensen zich niet realiseren is dat het niet om de (universeel gepleegde) misdaden en wreedheden gaat, maar dat het erom gaat of het moreel is om te suggereren dat iemand die zich nooit daaraan schuldig heeft gemaakt de schuld ervan moet dragen. Wat de tegenstanders van Politieke Correctheid niet begrijpen is dat we niet te maken hebben met een moreel systeem dat objectief is afgeleid van bewijs en historische precedenten, maar dat we te maken hebben met een moreel systeem dat zich baseert op geloof. Men moet zonder reden accepteren dat men schuldig kan zijn aan de “misdaad van vorige generaties”.
Er is geen enkele basis om erfgenamen schuldig te maken voor de misdaden van hun voorouders. De argumenten over deze misdaden, wat er gebeurt is, wie er benadeeld is, en met welke kwantiteit is volkomen irrelevant. Het gaat erom of het moreel acceptabel is om te suggereren dat mensen zich schuldig moeten voelen omdat ze Westers of Blank zijn. Accepteren dat mensen vanwege hun etniciteit niet erfelijke en niet doorgeefbare aspecten van eerdere generaties zich schuldig moeten voelen is racistisch op zichzelf. De oproep voor Westerlingen om zich te onderwerpen aan bepaalde ideologieën vanwege “schuld” of morele schuldaflossing is een oproep voor blinde onderwerping. Het geeft bepaalde mensen macht door andere mensen te bedwelmen. Politieke Correctheid is een religie die eist dat mensen vanwege de identiteit die zij geërfd hebben hun eigen identiteit vernietigen.   
De manier om te breken met deze ketenen is simpelweg door te erkennen wat de Politiek Correcte klucht echt is; een klucht. Het creëren van “morele schuld” door immoreel mensen te laten geloven dat ze een bepaalde schuld delen. Het is al eerder uitgeprobeerd en succesvol gebleken, echter omdat er geen God figuur is wordt het niet erkend als de verraderlijke religie die ontworpen is om enkele de macht te geven over velen.  

G James

woensdag 27 juli 2011

Het leven en de dood van mijn vader Rudolf Hess IV

De strijd van een zoon voor de eer van zijn vader


Het leven en de dood van mijn vader, Rudolf Hess


Wolf Rudiger Hess

 

Autopsie en begrafenis



Op basis van een overeenkomst uit 1982 tussen de familie van Hess en de geallieerden zou het lichaam van Hess niet verbrand worden, maar in plaats daarvan overgedragen worden aan de familie om te begraven “stilletjes in Bavaria in het bijzijn van zijn naaste familie.”


De geallieerden hielden zich aan deze overeenkomst - iets waar ze waarschijnlijk tot op de dag van vandaag spijt van hebben.- Dienovereenkomstig werd het lichaam van Hess overgedragen aan de familie in de ochtend van 20 augustus 1987, op het Amerikaanse militaire trainings faciliteit Grafenwehr, waar het eerder die ochtend gearriveerd was met een Brits militair vliegtuig vanuit Berlijn.


De kist werd vergezeld door de drie westerse gouverneurs en twee Russen evenals ene majoor Gallagher, chef van het zogenaamde “Speciale Onderzoeksafdeling, Royal Military Police.” Het overdragen was kort en zakelijk. De familie heeft toen direct het lichaam overgebracht naar het instituut voor forensische medicijnen in München waar professor Dr. Wolfgang Spann op de familie wachtte om op diens verzoek een tweede autopsie uit te voeren. Tijdens de gehele reis van het militaire oefenterrein naar het instituut voor forensische medicijnen in München werd het transport bewaakt door een agent van de Bavarische politie.


Ter conclusie van zijn rapport op 21 december 1988, van de tweede autopsie, wees de gerenommeerde Münchense patholoog professor Spann op de moeilijkheden die hij tegen was gekomen omdat hij geen enkele informatie had omtrent details van de vermeende ophanging. In het bijzonder het gebrek aan details omtrent de toestand van het lichaam na de zogenaamde vondst van het lichaam. 


Ondanks deze beperkingen was Dr. Spann er toch in geslaagd om tot de volgende opmerkelijke conclusie te komen:


De verdere conclusie van Dr. Cameron dat deze samendrukking veroorzaakt was door ophanging komt niet per definitie overeen met onze bevindingen…


Binnen forensische medicijnen wordt de lijn die het gebruikte object ter verstikking heeft aangebracht op de nek gezien als klassieke indicator voor het onderscheiden tussen ophanging en verwurging… Als professor Cameron, in zijn beoordeling van de oorzaak van overlijden, tot de conclusie zou komen dat de doodsoorzaak verstikking als gevolg van verdrukking van de nek door ophanging zou zijn, zou hij de andere vorm van verstikking namelijk verwurging verzuimen in ogenschouw te nemen… Het duidelijke verschil tussen deze twee te vinden zou door middel van een onderzoek naar de lijn van het verstikkende voorwerp zijn. De precieze loop van de markering wordt niet gegeven in het autopsie rapport van Dr. Cameron…

In het betreffende rapport van Dr. Cameron werd noch de loop van de lijn van het verstikkende voorwerp op de nek van Rudolf, noch de positie ervan relatief tot de prominentie van het strottenhoofd beschreven en beoordeeld… Gezien de ongedeerde huid van de nek, waar de mogelijkheid van vervorming door de hechtingen van de y-incisie uitgesloten kan worden, een bijna horizontale lijn van het verstikkende voorwerp geïdentificeerd kon worden, deze bevinding, evenals het feit dat de markering op de keel overduidelijk niet boven het strottenhoofd zat, indiceert eerder een geval van verwurging dan van ophanging. Onder geen enkel beding kunnen de bevindingen verklaard worden als een zogenoemde typische ophanging. De gebarsten bloedvaten die te zien waren in het gezicht, veroorzaakt door te grote druk op de bloedvaten, zijn ook niet verenigbaar met een typische ophanging.


Een Tunesische medische hospitaalsoldaat, Abdallah Melaouhi, medewerker van de Spandau gevangenis administratie gedurende de tijd van overlijden van Rudolf. Hij is geen inwoner van een van de vier geallieerde bezettende machten noch is hij, nog belangrijker, een lid van de gewapende machten. Als gevolg daarvan kon hij niet tot zwijgen worden gebracht of overgeplaatst worden naar een of andere verre uithoek van de wereld zoals de anderen die aanwezig waren op de plaats van de misdaad.


Na de dood van Rudolf nam Melaouhi contact op met de familie Hess. Uit een briefje dat Rudolf naar hem geschreven had werd het duidelijk dat hun contact er een was van persoonlijk vertrouwen tussen de twee mannen. De kern van het verslag Melaouhi, die hij vastgelegd had in een beëdigde verklaring, is als volgt:


Toen ik arriveerde in het zomerhuisje, vond ik het tafereel erop lijken alsof er een worstelwedstrijd had plaatsgevonden. De grond was omgewoeld en de stoel waar Hess gewoonlijk op zat, lag op de grond op een aanzienlijke afstand van de plaats waar hij normaal gesproken stond. Hess zelf lag levenloos op de grond. Hij reageerde nergens op, zijn ademhaling, pols en hartslag waren niet langer meetbaar. Jordan (een Amerikaanse bewaker) stond vlakbij de voeten van Hess en was overduidelijk helemaal van slag, niet zichzelf.
Melaouhi merkte tot zijn verrassing op dat naast Anthony Jordan, de zwarte Amerikaanse bewaker, twee vreemdelingen in Amerikaans militair uniform aanwezig waren. Dit was ongebruikelijk, omdat geen soldaat normaal gesproken toegang kreeg tot dit deel van de gevangenis en bovenal omdat alle contact met Rudolf Hess strikt verboden was. Melaouhi was van mening dat de twee vreemdelingen gereserveerd en rustig overkwamen, in scherpe tegenstelling tot Jordan.



Beedigde verklaring vanuit Zuid Afrika



In aanvulling op de getuigenverklaring van de Tunesische medewerker is er een andere beëdigde verklaring omtrent de gebeurtenissen in Spandau op 17 augustus 1987. De vrouw van Wolf bracht het mee uit Zuid Afrika, waar zij een ontmoeting had met een Zuid Afrikaanse advocaat die contacten had met westerse geheime diensten. Wolf wist de man te overtuigen om zijn getuigenis op te nemen in de vorm van een beëdigde verklaring voorbereid voor een rechter. Gedateerd 22 februari 1988 luidt zijn verklaring als volgt:


Ik ben ondervraagd omtrent de details van de dood van de voormalige Duitse Rijks Minister Rudolf Hess.
Rijks Minister Rudolf Hess werd vermoord op het bevel van de British Home Office. De moord is gepleegd door twee leden van de Britse SAS (22ste SAS regiment, SAS Depot Bradbury Lines, Hereford, Engeland). De militaire eenheid van de SAS (Special Air Service) is ondergeschikt aan de British Home Office - niet het miniterie van defensie. De planning van de moord evenals de regie werd uitgevoerd door MI-5. De actie van de geheime dienst met als doel de moord op Rijks Minister Rudolf Hess was zo haastig gepland dat het niet eens een codenaam had gekregen, iets dat absoluut niet gebruikelijk is.


Andere geheime diensten die deelgenoot van het plan waren, waren de Amerikanen, de Franse en de Israëliërs. Noch de (Sovjet) KGB, noch de GRU, noch de Duitse geheime diensten waren op de hoogte gebracht.


De moord op Rijks Minister Rudolf Hess was nodig geworden omdat de overheid van de USSR van plan was de gevangene vrij te laten in juli 1987 (in samenhang met het opkomende bezoek van de Duitse president Von Weizsäcker aan Moskou), echter president Von Weizsäcker wist een verlenging tot stand te brengen door onderhandelingen met de Sovjet regering, Gorbatsjov, tot november 1987 de volgende Sovjet periode in de bewakingscyclus.


De twee SAS mannen waren in de Spandau gevangenis sinds de nacht van zaterdag op zondag (15-16 augustus 1987). De Amerikaanse CIA gaven hun toestemming voor de moord op maandag (17 augustus 1987).


Tijdens de middag wandeling van Rijks Minister Rudolf Hess lagen de twee SAS mannen in het zomerhuisje in de tuin van de gevangenis te wachten op de gevangene en probeerden hem te wurgen met een bijna anderhalve meter lange kabel. Naderhand werd er een “zelfmoord door ophanging” geënsceneerd. Gezien Rijks Minister Rudolf Hess vocht voor zijn leven en om hulp schreeuwde, wat op zijn minst één Amerikaanse militaire bewaker waarschuwde over de aanval, werd de moordpoging afgebroken en een ambulance opgeroepen van het Britse militaire ziekenhuis.


Ik heb de bovenstaande informatie persoonlijk en verbaal verkregen van een officier van de Israëlische geheime dienst op dinsdag 18 augustus 1987, om ongeveer 08:00 Zuid Afrikaanse tijd. Ik ken dit lid van de Israëlische geheime dienst al vier jaar op persoonlijk en op officieel vlak. Ik ben er volkomen zeker van dat hij oprecht en eerlijk was en ik twijfel er niet over dat de informatie waarheidsgetrouw was. Dat dit gesprek van absoluut vertrouwelijke aard was, ben ik ook zeker van.


Naast het misleidende autopsie rapport van Dr. Cameron gaven de Britten zelf de meest cruciale aanwijzing voor het oplossen van de mysterieuze dood in het zomerhuisje in de tuin van de Spandau gevangenis.


Afscheidsbriefje?



Zoals al eerder genoemd, werd Wolf op 17 augustus 1987 verteld dat zijn vader overleden was. Hij kreeg pas de volgende dag te horen dat Rudolf zelfmoord gepleegd zou hebben. In reactie op de twijfels die Wolf direct publiek uitte omtrent de vermeende zelfmoord ontdekten de geallieerden prompt een zogenaamd onbetwistbaar “bewijs” dat het zelfmoord was. Dit is het zogenaamde afscheidsbriefje. Het is een niet gedateerd hand geschreven briefje op de achterkant van de een na laatste brief van de familie aan Rudolf Hess, gedateerd op 20 juli 1987. De tekst van dit zogenaamde afscheidsbriefje is als volgt:


Alsjeblieft kan de gouverneur dit naar huis sturen. Geschreven een paar minuten voor mijn dood.
Ik dank jullie allen, mijn geliefden, voor alle lieve dingen die jullie voor mij hebben gedaan. Zeg tegen Freiburg dat het me ongelofelijk spijt dat sinds het Neurenberg proces ik net moest doen alsof ik haar niet kende. Ik had geen andere keuze omdat anders alle pogingen om vrij te komen tevergeefs zouden zijn geweest. Ik had er zo naar uitgekeken om haar weer te zien. Ik heb wel foto’s van haar gekregen zoals van jullie allemaal.
Je oudste.


Deze brief werd meer dan een maand na zijn dood overhandigd aan de familie. Hen werd verteld dat het eerst onderzocht moest worden in een Brits laboratorium.


Terwijl het handschrift wel leek op dat van Rudolf (ondanks dat het aanzienlijk verwrongen was, alsof het geschreven was tijdens emotionele ontreddering, gezondheidsproblemen of onder invloed van medicatie), reflecteerde dit briefje niet de gedachtes van Rudolf in 1987. Eerder zijn gedachtegang van ongeveer twintig jaar eerder. De inhoud heeft vooral betrekking op “Freiburg,” zijn eenmalige secretaresse, over wie hij zich zorgen maakte in 1969 toen hij een geperforeerde zweer in de twaalfvingerige darm had en bijna dood was. Bovenal was het briefje ondertekend met de uitdrukking; “ Je oudste” een uitdrukking die hij al ruim twintig jaar niet meer gebruikte.


Er is een andere aanwijzing in het briefje dat op de werkelijke datum duidt. De zin; “Ik heb wel foto’s van haar gekregen zoals van jullie allemaal,” is alleen logisch voor de periode voor kerst 1969, omdat tot die kerst hij niets anders “kreeg” dan foto’s van “Freiburg” en zijn familie. Vanaf kerst 1969 kreeg hij bezoek van zijn familie en kreeg hij via hun meer foto’s van “Freiburg” die geen toestemming kreeg om hem te bezoeken. Gezien de precieze manier waarop Hess zich uitdrukt in die zin kan deze alleen geschreven zijn voor 24 december 1969. Geschreven in augustus 1987 raakt deze zin kant noch wal.


Ten slotte; de aanhef van de brief; “Geschreven een paar minuten voor mijn dood,” komt niet overeen met de precieze manier van uitdrukken van Hess. Als hij het briefje werkelijk vlak voor zijn geplande “zelfmoord” had geschreven zou hij zeker een zin gekozen hebben specifiek verwijzend naar zelfmoord bijvoorbeeld “kort voor mijn vrijwillige terugtrekking uit het leven” of iets dergelijks, maar niet met het dubbelzinnige woord “dood” die de oorzaak van de dood open laat.


De familie van Hess die niet enkel zijn handschrift maar ook hemzelf kenden en die zijn zorgen tijdens zijn laatste jaren kenden weten dat dit zogenaamde “afscheidsbriefje” een truc is, grof en kwaadaardig.
Het kan nu geconcludeerd worden dat de “afscheidsbrief” die Hess bijna twintig jaar eerder schreef in afwachting van zijn dood, die toentertijd niet overhandigt was aan de familie, gebruikt was voor de vervalsing van 1987. Voor dit doel was de tekst met moderne middelen overgezet naar de achterkant van een brief die Hess recentelijk van zijn familie had ontvangen. De censuur stempel “Geallieerde Gevangenis Spandau,” die normaal gesproken zonder uitzondering op ieder inkomend stuk papier dat hij kreeg gedurende meer dan 40 jaar aanwezig, was opvallend afwezig op de brief gericht aan Hess van 20 juli 1987. Ten slotte bevatte de zogenaamde “afscheidsbrief” geen datum, dit was in tegenstelling tot de gewoonte van Hess om op alles wat hij schreef de datum te zetten. De originele datum was dus duidelijk weggelaten.


Moord, niet zelfmoord



Op basis van het autopsie rapport van Professor Spann, de beedigde verklaringen van de Tunesische medewerker en de Zuid Afrikaanse advocaat evenals de zogenaamde “afscheidsbrief is te concluderen dat de dood van Rudolf Hess in de middag van 17 augustus 1987 geen zelfmoord maar moord was.


Ondanks dat de Amerikaanse autoriteiten officieel de leiding hadden over de geallieerde militaire gevangenis in Berlijn-Spandau in 1987 is het noemenswaardig dat Britse burgers een belangrijke rol speelden in de laatste akte van het Hess drama. De Amerikaanse directeur, meneer Keane, kreeg van de Britten enkel toestemming om de familie te bellen en te informeren over de dood van Rudolf nadien was zijn enige taak om zijn mond dicht te houden.


Om samen te vatten:
  • De twee mannen die de Tunesische medewerker Melaouhi zag in Amerikaanse uniforms, die zeer waarschijnlijk de moordenaars van Hess waren, waren van een Brits SAS regiment.
  • De dood werd vastgesteld in het Britse militaire ziekenhuis waar Hess naartoe was gebracht in een Britse ambulance.
  • De overlijdensakte was ondertekend door Brits militair personeel.
  • De autopsie werd uitgevoerd door een Britse patholoog.
  • De Britse gevangenis directeur, meneer Antony Le Tissier, coördineerde de directe vernietiging van alle het werkelijke verhaal vertellende bewijs, zoals de elektriciteitskabel, het tuinhuisje enzovoorts.
  • De beambtes van het Special Investigation Branch (SIB) die de dood onderzochten waren allemaal Britse burgers en stonden onder het gezag van een Britse majoor.
  • De zogenaamde “afscheidsbrief” werd zogenaamd twee dagen later door een Britse officier gevonden in de zak van de jas van Hess en werd onderzocht door een Brits laboratorium.
  • Meneer Allan Green, de Britse directeur van Publieke rechtsvervolging, hield een onderzoek naar de dood van Hess door Scotland Yard tegen. Die hadden aanbevolen om een “volledig moordonderzoek” te doen nadat er vele tegenstrijdigheden waren gevonden.
Rudolf Hess pleegde geen zelfmoord op 17 augustus 1987 zoals de Britse overheid beweert. De hoeveelheid bewijs dat er is toont juist aan dat Britse ambtenaren, handelend op hoog bevel, Hess vermoord hebben.


Een misdaad tegen de waarheid



Dezelfde overheid die geprobeerd had hem als zondebok voor hun misdaden te gebruiken en die bijna een halve eeuw resoluut had geprobeerd de waarheid te onderdrukken rondom de Hess affaire schrok uiteindelijk niet terug voor moord om Hess en de waarheid de mond te snoeren. De moord van Hess was niet alleen een misdaad tegen een fragiele oude man, maar een misdaad tegen de historische waarheid. Het was een logische laatste stap van een officieel Brits complot dat aanving in 1941 bij het begin van de Hess affaire.


Men kan er zeker van zijn dat dit complot niet succesvol zal zijn. De moord van Rudolf Hess zal niet, zoals ze hopen, voor eeuwig een gesloten boek van de Hess bestanden blijven.


De geschiedenis en gerechtigheid zullen Rudolf Hess vrij spreken. Zijn moed in het riskeren van zijn leven voor de vrede, het lange onrecht dat hij moest verduren en zijn martelaarschap zullen niet vergeten worden. Hij zal gezuiverd worden van de beschuldigingen en zijn laatste woorden op het Neurenberg proces: “Ik heb nergens spijt van!” zullen voor altijd herinnerd worden.


maandag 25 juli 2011

Het leven en de dood van mijn vader Rudolf HessIII

De strijd van een zoon voor de eer van zijn vader


Het leven en de dood van mijn vader, Rudolf Hess


Wolf Rudiger Hess 


Neurenberg



Na september 1941 was Rudolf Hess volledig geïsoleerd. Op 25 juni 1942 werd hij verplaatst naar Abergavenny in het zuiden van Wales waar hij gevangen werd gehouden tot hij overgevlogen werd naar Neurenberg op 8 oktober 1945, om terecht te staan als een “enorme oorlogsmisdadiger” en als tweede verdachte in het zogenaamde “Internationale Militaire Tribunaal.”


Ik zal niet te veel op details ingaan betreffende dit beschamende overwinnaars proces op de overwonnenen behalve dat ik wil melden dat zelfs de geallieerde rechters van het Tribunaal Rudolf wel vrij moesten spreken van de aanklachten, “oorlogsmisdaden” en “misdaden tegen de mensheid” maar oordeelden dat – de enige man die zijn leven geriskeerd had om vrede te verzekeren - schuldig was aan “misdaden tegen de vrede” en op die basis veroordeelden ze hem tot levenslang! De behandeling van Hess door de rechtbank alleen al is meer dan genoeg reden om het Neurenberg  Tribunaal af te schrijven als een wraakzuchtige onwettige overwinnaars rechtbank die zich enkel voordoet als een authentiek forum voor gerechtigheid.


Spandau gevangenis



Samen met nog zes andere medegedaagden van Neurenberg werd Rudolf op 18 juli 1947 verplaatst naar het grimmige fort in het Spandau district van Berlijn dat aangewezen was als geallieerde militaire gevangenis.
De regels waaronder de zeven gevangenen gehouden werden, waren zo meedogenloos dat zelfs de Franse gevangenis kapelaan, Casalis, in 1948 protesteerde tegen de verschrikkelijke behandeling. Hij beschreef Spandau als een plaats van mentale marteling. In oktober 1952 na twee jaar van langdurige discussie tussen de bezettende machten, stemden de Sovjets ermee in om “speciale privileges” toe te kennen: Één 30 minuten durend bezoek per maand. Één brief per week van niet meer dan 1300 woorden. Medische verzorging in de gevangenis. En in het geval van overlijden, teraardestelling van de as in de gevangenis in plaats van verstrooiing in de wind.


Na de vrijlating van Albert Speer en Baldur von Schirach op 1 oktober 1966 was Rudolf Hess de enige overgeblevene gevangene. Meer dan twintig jaar lang was Rudolf hess de enige gevangene in een gevangenis voor ongeveer zeshonderd gevangenen.


Na een verdere herziening van de regels in de vroege jaren 70 werd het één lid van de familie toegestaan om de gevangene één uur per maand te bezoeken. Het was de gevangene nu ook toegestaan om vier boeken per maand te ontvangen. Echter bleven de bezoeken, brieven en boeken strikt gecensureerd. Geen enkele referentie naar de gebeurtenissen van de periode 1933 tot 1945 was toegestaan. Geen enkele vermelding van de veroordeling door het tribunaal of enige gerelateerde zaken was toegestaan. Familiebezoeken werden gecontroleerd door elk van de vier machten evenals op zijn minst twee bewakers. Geen fysiek contact – zelfs niet het geven van een hand - was toegestaan. De bezoeken vonden plaats in een speciale bezoek kamer die een tussenschot had met een open “raam.”


Het was Rudolf Hess toegestaan om vier dagelijkse kranten te ontvangen en vanaf midden jaren 70 was het hem toegestaan om tv te kijken. Echter de kranten en de televisie werden gecensureerd volgens de bovengenoemde regels. Het was Rudolf Hess niet toegestaan om enige nieuwsuitzendingen te zien.
Gedurende vele jaren weigerde Rudolf Hess de familiebezoeken omdat hij vond dat door de omstandigheden waaronder zulke bezoeken werden toegestaan ze een belediging voor zijn eer en waardigheid waren, ook vond hij ze op die manier meer pijnlijk dan plezierig. Hij veranderde van gedachte in november 1969, omdat hij ernstig ziek werd en moest vechten om te blijven leven. Onder deze omstandigheden, en vanwege nieuwe regels omtrent bezoeken, stond hij het toe dat zijn vrouw Ilse en zijn zoon Wolf hem bezochten in het Engelse militaire ziekenhuis in Berlijn. Op 24 december 1969 bezochten zijn vrouw en zoon hem dus voor de eerste keer sinds de kindertijd van Wolf. Dit was de enige keer dat het hem was toegestaan om twee mensen tegelijk te ontvangen. 






Na terugkeer in de geallieerde militaire gevangenis in Spandau stond hij verdere bezoeken toe. In de daarop volgende jaren bezocht zijn familie hem 232 keer in totaal. Alleen de dichtst verwante familieleden mochten bezoeken: zijn vrouw, zijn zus, zijn nicht, zijn neefje, zijn vrouw en zijn zoon. Het was verboden om een hand of een knuffel te geven. Cadeautjes waren ook verboden, zelfs op verjaardagen of voor kerst.


De advocaat van Hess, gepensioneerd Bavarisch staats minister Dr. Alfred Seidl, mocht hem maar zes keer bezoeken gedurende de gehele veertig jarige periode van juli 1947 tot augustus 1987. Dr. Seidl stond ook onder strikte censuur regelgeving: Voor ieder bezoek werd hij gewaarschuwd dat hij het niet met zijn client mocht hebben over diens proces, de redenen van zijn gevangenschap of de pogingen die werden ondernomen om hem vrij te krijgen. De bezettende geallieerde overheden hadden altijd geweigerd om de kosten voor de gevangenis op te brengen. Na 1 oktober 1966, toen Rudolf als enige gevangene van Spandau overbleef, gaf de Duitse overheid ongeveer 40 miljoen Duitse Mark uit om de gevangenis te bekostigen. Dit bedrag bevatte ook de salarissen van het personeel voor meer dan honderd mensen om de gevangenis te runnen en bewaken voor één oude man.



De Sovjets


In 1986 bevatte de Sovjet politiek richting het Westen duidelijke tekenen van toenadering en detente. In tegenstelling tot zo veel eerdere mislukkingen besloot Wolf om te handelen naar een tip die hij kreeg in december 1986 vanuit het oosten om de Sovjets direct te benaderen om met hun te spreken over de vrijlating van Rudolf.


In januari 1987 schreef Wolf een brief aan de Sovjet ambassade in Berlijn. Voor de eerste keer in twintig jaar kreeg hij een reactie terug. Functionarissen daar adviseerden hem om de Sovjet ambassade in Berlijn te bezoeken om een gedetailleerde discussie te voeren met een Sovjet vertegenwoordiger over de situatie van Rudolf. Ze kwamen uiteindelijk overeen om op 31 maart 1987 een gesprek te hebben om 14:00 uur. Zoals het ambassade personeel zeker wel wist zou dit op dezelfde dag zijn als het eerstvolgende bezoek van Wolf aan Rudolf.


Die ochtend bezocht hij zijn vader in de Spandau gevangenis voor de laatste keer. Wolf was van mening dat zijn vader mentaal alert, vrij gezond maar fysiek behoorlijk zwak was. Rudolf kon alleen maar lopen met behulp van een wandelstok aan de ene zijde en de hulp van een bewaker aan de andere zijde. Met zijn voeten op een stoel gaan zitten was een vervelende procedure wat hij niet kon zonder hulp. Ondanks dat Wolf de temperatuur in de bezoekkamer vrij normaal vond, had Rudolf het koud en vroeg hij om zijn jas en een extra deken.


Rudolf begon het gesprek met interessant nieuws, waarvan hij vroeg aan Wolf om de details op te schrijven: Hij had een nieuw verzoek gestuurd aan de staatshoofden van de vier bezettende machten om vrijlating te vragen na 46 jaar gevangenisstraf. Wolf was vooral geraakt door een ding. Rudolf vertelde hem dat hij uitdrukkelijk aan het Sovjet staatshoofd had gevraagd om zijn verzoek te steunen richting de drie andere bezettende machten. Wolf vroeg hem of hij dat goed begreep waarop Rudolf knikte. Rudolf wist dus –overduidelijk van de Russen zelf- dat ze erover dachten om hem zijn vrijheid te gunnen.


Na hun gesprek reed Wolf direct van de Spandau gevangenis naar het Sovjet consulaat. Ambassade adviseur Grinin, de ambtenaar met wie hij daar sprak, begon het gesprek met het uitleggen dat het niet de Sovjet ambassade in Bonn was maar eerder de ambassade in oost Berlijn die verantwoordelijk was voor alle Sovjet rechten en verantwoordelijkheden in west Berlijn. Een van deze verantwoordelijkheden was, zoals hij zei – en zijn woorden verdienen het om letterlijk herhaald te worden - de “onaangename erfenis van Spandau.” Iedereen die een zelfde erfenis hadden gekregen zoals de “geallieerde militaire gevangenis” op Duits grondgebied zoals de Sovjet Unie had gekregen na de oorlog, zoals Grinin zei, zou er toch zeker vanaf willen.
Wolf verwachtte niet dat er iets sensationeels zou komen uit het gesprek. Het was van beide kanten uit een verkennend gesprek en hij geloofde dat het voor beide zijden een positieve uitkomst had. Het werd Wolf tijdens het gesprek ook duidelijk dat er in Moskou verschillende meningen waren over hoe om te gaan met de “zaak Rudolf Hess.” Diegenen die sympathie hadden voor Hess, onder leiding van secretaris generaal Gorbatsjov, waren duidelijk aan de winnende hand.


Deze evaluatie werd een korte tijd later bevestigd in een rapport dat gepubliceerd werd in het Duitse nieuws blad Der Spiegel (13 april 1987). Dit artikel, dat verscheen onder de kop “Gaat Gorbatsjov Hess vrij laten?,” berichtte over een verandering in de houding van de Sovjet partij leider omtrent de “zaak Hess.” Gorbatsjov zoals het bericht stelde had de mening dat:


De vrijlating van de laatste Spandau gevangene zou een handeling zijn “die wereldwijd geaccepteerd zou worden als een daad van menselijkheid,” en die “ook verantwoord zou kunnen worden richting het Sovjet volk.” In dit geval vermeldde het wekelijkse nieuws dat het opkomende bezoek van federaal Duits President Weizsäcker aan Moskou was gepland voor het midden van mei.


Ook op 13 april 1987 schreef een anonieme Duitse burger een brief omtrent de zaak Hess naar de Duitstalige dienst van Radio Moskou. De antwoordbrief, gedateerd 21 juni 1987, verklaarde: “Zoals gehoopt kan worden door de meest recente verklaringen van ons staatshoofd, M. Gorbatsjov, zal uw jarenlange pogingen voor het vrijlaten van de oorlogsmisdadiger R. Hess binnenkort succesvol zijn.” Het kan met enige zekerheid aangenomen worden dat een dergelijke brief van Radio Moskou niet geschreven had kunnen worden zonder toestemming van bovenaf.


Deze drie gebeurtenissen – het gesprek van Wolf op het Sovjet consulaat in west Berlijn op 31 maart 1987, de rapportage in Der Spiegel op 13 april 1987 en de reactie van Radio Moskou op 21 juni 1987- laten ondubbelzinnig zien dat de Sovjet Unie, onder het leiderschap van secretaris generaal Gorbatsjov, van plan was Rudolf Hess vrij te laten. Deze vrijlating zou niet alleen volkomen overeen komen met de verzoenende politiek van Gorbatsjov, het zou ook een essentieel onderdeel vormen van een overeenkomst omtrent de laatste onopgeloste consequenties van de tweede wereldoorlog, zonder welke de hereniging van Duitsland en van Berlijn niet mogelijk zou zijn.


Dood door zelfmoord?



Als de westerse bezettende machten niet al op de hoogte waren van de intenties van Gorbatsjov, dan waren ze dat zeker wel na de publicatie van het artikel in Der Spiegel in april. Dit zal zonder twijfel alarmbellen hebben doen rinkelen in Engeland en de Verenigde Staten, zeker gezien deze nieuwe zet van de Sovjet Unie het laatste legale obstakel voor de vrijheid van Rudolf weg zou halen. Gedurende vele jaren hadden de Britse, Amerikaanse en Franse overheden gezegd dat ze bereid waren akkoord te gaan met de vrijlating van Hess, maar dat het steeds het veto van de Sovjet Unie was die het tegen hield. Het nieuwe initiatief van Gorbatsjov bedreigde de bluf van de Amerikanen en Britten.


De autoriteiten in Londen en Washington zouden een of andere nieuwe permanente manier moeten vinden om Hess zijn vrijheid te ontzeggen en hem er van te weerhouden om openlijk te spreken. Op maandag 17 augustus 1987 informeerde een journalist Wolf in zijn kantoor van het feit dat zijn vader stervende was. Later toen hij thuis was kreeg hij een telefoontje, om 18:35, van meneer Darold W. Keane, de Amerikaanse directeur van de Spandau gevangenis, die Wolf officieel vertelde dat zijn vader overleden was. In de officiële notificatie, die in het Engels opgesteld was, stond: “Ik ben geautoriseerd om u mede te delen dat uw vader vandaag overleden is om 16:10. Ik ben niet geautoriseerd om u verdere details te geven.”

De volgende morgen nam Wolf direct een vliegtuig naar Berlijn, vergezeld door Dr. Seidl. Toen Wolf arriveerde bij de gevangenis had er zich een vrij grote groep mensen verzameld bij de ingang. De Berlijnse politie blokkeerde de ingang en Wolf en Dr. Seidl waren verplicht om zichzelf te identificeren alvorens ze zich richting de groen geverfde ijzeren poort mochten begeven. Na aangebeld te hebben vroeg Wolf of hij de Amerikaanse directeur kon spreken, meneer Keane. Na geruime tijd verscheen meneer Keane eindelijk zeer nerveus en onzeker ogend. Hij vertelde hen dat ze het gevangenis complex niet mochten betreden en dat ze het dode lichaam van Rudolf niet mochten zien. Hij vertelde hen ook dat hij niet in de mogelijkheid was hen ook maar van enige verdere informatie omtrent de dood van Rudolf kon voorzien. Een nieuw rapport met details omtrent de dood van Rudolf zou schijnbaar voorbereid worden en openbaar gemaakt worden om ongeveer 16:00. 


Nadat Wolf en Dr. Seidl het adres en telefoonnummer van het Berlijnse hotel waar ze zouden wachten op verder nieuws aan meneer Keane hadden gegeven liet hij hen voor de poort staan.
Het lang verwachte telefoontje naar het hotel kwam eindelijk om ongeveer 17:30. Keane zei: Ik zal u nu het rapport voorlezen dat we direct hierna openbaar zullen maken aan de pers. Het stelt: “Eerste onderzoek wijst uit dat Rudolf Hess heeft geprobeerd om zijn eigen leven te nemen. In de middag van 17 augustus 1987, onder het toezicht van een gevangenisbewaker, is Hess naar een zomerhuis gegaan in de gevangenistuin, waar hij altijd ging zitten. Toen de bewaker enige minuten later een kijkje nam in het zomerhuisje, vond hij Hess met een elektriciteitsdraad om zijn nek. Pogingen werden ondernomen om Hess te reanimeren en hij werd naar het Brits Militaire Ziekenhuis gebracht. Na verdere pogingen om Hess te reanimeren werd hij om 16:10 dood verklaard. De vraag of  deze zelfmoordpoging de oorzaak van zijn dood was, is het onderwerp van een onderzoek, inclusief een uitgebreide autopsie, dat momenteel gaande is.



Hess was een fragiele 93 jaar oude man die geen kracht meer in zijn handen had, die zich amper van zijn cel naar de tuin kon slepen. Hoe had hij zichzelf op deze manier om het leven kunnen brengen? Heeft hij zichzelf opgehangen met het draad aan een haak of aan de klink van een raam? Of heeft hij zichzelf verstikt? Diegenen verantwoordelijk voor zijn dood zijn gaven nou niet meteen een duidelijk gedetailleerde verklaring omtrent dit onderwerp. De familie Hess moesten een volle maand wachten alvorens ze een officieel statement zouden krijgen over de omstandigheden die geleid hadden tot de dood van Hess. Het werd door de geallieerden gepubliceerd op 17 september 1987 en stelt het volgende:


1. De Vier Machten zijn nu in de positie om een slotverklaring te geven over de dood van Rudolf Hess.
2. Onderzoek heeft bevestigd dat op 17 augustus Rudolf Hess zichzelf opgehangen heeft aan een klink van een raam in een klein zomerhuisje in de gevangenistuin, daarbij gebruik makend van een elektriciteitsdraad die al enige tijd in het zomerhuisje lag voor het gebruik in connectie met een leeslamp. Pogingen werden ondernomen om hem te reanimeren en hij werd haastig naar het Britse Militaire Ziekenhuis gebracht alwaar, na verdere niet succesvolle pogingen om hem te reanimeren, hij dood werd verklaard om 16:10.
3. Een briefje geadresseerd aan de familie van Hess werd in zijn zak gevonden. Dit briefje was geschreven op de achterkant van een brief van zijn schoondochter gedateerd 20 juli 1987. Het begon met de woorden: “Geschreven een paar minuten voor mijn dood.” De senior documenten onderzoeker van het laboratorium van de Britse overheid, meneer Beard, heeft dit briefje onderzocht en geconcludeerd dat hij geen reden tot twijfel zag dat het geschreven was door Rudolf Hess.
4. Een volledige autopsie werd op het lichaam van Hess uitgevoerd op 18 augustus in het Britse Militaire Ziekenhuis door Dr. Malcolm Cameron. De autopsie werd uitgevoerd in het bijzijn van medische vertegenwoordigers van de vier machten. Het rapport merkte op dat er een lineaire markering aan de linkerzijde van zijn nek zat die overeenkwam met een afbinding. Dr. Cameron stelde dat in zijn optiek de oorzaak van de dood van Hess verstikking was, veroorzaakt door samendrukking van de nek door middel van ophanging.
5. De onderzoekers bevestigden dat de routine gevolgd door het personeel op de dag van de zelfmoord van Hess hetzelfde was als de normale gang van zaken. Hess had al eerder in 1977 geprobeerd zijn polsen door te snijden met een tafelmes. Onmiddellijk na dit incident werden er bewakers in zijn cel geplaatst en werd hij 24 uur per dag geobserveerd. Dit werd niet verlengd na enkele maanden omdat het onuitvoerbaar, onnodig en een ongepaste inbreuk op de privacy van Hess was.


Het rapport van de autopsie uitgevoerd door de Britse patholoog Dr. Cameron op 19 augustus werd later openbaar gemaakt aan de familie. Concluderend dat de dood van Hess er niet een met een natuurlijke oorzaak was, kwam het overeen met punt 5 van het officiële geallieerde eindrapport.

vrijdag 22 juli 2011

Het leven en de dood van mijn vader Rudolf Hess II

De strijd van een zoon voor de eer van zijn vader


Het leven en de dood van mijn vader, Rudolf Hess II


Wolf Rudiger Hess



Verzamelende wolken van oorlog


Het belangrijkste resultaat van de Europese politieke ontwikkelingen van 1937 en 1938, die zijn kookpunt bereikte tijdens de “Sudeten crisis” in 1938, was dat Brittannië de banden flink aangehaald had met de Verenigde Staten. Als gevolg van de Amerikaanse steun tijdens de oorlog, had president Roosevelt de Britse premier Chamberlain tot bepaalde verplichtingen verordonneert op het gebied van politieke stabiliteit. Het was onder druk dat Engeland en Frankrijk een militaire overeenkomst sloten in februari 1939. Als aanvulling hierop gaven de twee west Europese democratieën, buigend voor Roosevelt zijn eis om de wereld politiek te leiden, garanties aan Nederland, Zwitserland, Polen, Roemenië, Griekenland en Turkije – met andere woorden alle buurlanden van Duitsland in het westen en in het oosten - die Hitler als het rechtmatige domein van Duitsland zag.


Vanaf dat moment besloten Engeland, Frankrijk en Polen - Met Amerika achter hun- welke van de herzieningen van Hitler op het verdrag van Versaille zij als reden, of enkel als smoes, konden gebruiken voor een oorlog tegen het Duitse Rijk. Zelfs al had Hitler zich onthouden van verdere revisionistische politiek, vanaf dat moment was de vraag; of oorlog of vrede niet enkel meer in zijn eigen handen.


Op het moment van de “blanco cheque” garantie van Engeland aan Polen in maart 1939, had Hitler nog niet besloten om Polen aan te vallen. Maar iedere westerse politieke leider was zich er van bewust dat deze noodlottige garantie een duidelijke stap dichter richting een oorlog was. Belangrijke figuren in westerse kringen en onder de anti-Hitler oppositie rekenden erop dat Hitler zou reageren op de nieuwe Poolse afhankelijkheid van Engeland, Frankrijk en Amerika met een militaire actie. De hoop was dat dit niet alleen tot een nieuwe oorlog zou leiden, maar ook tot de val van Hitler zelf. Dit werd bevestigd door Chamberlain in zijn dagboek op 10 september 1939: 


“Mijn hoop is niet alleen een militaire overwinning- ik betwijfel zelfs of dit mogelijk is - maar de val van Duitsland op zijn eigen thuisfront.”


Op 1 september 1939 begonnen de Duitse troepen hun aanval tegen Polen. Twee dagen later verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog aan het Duitse Rijk. Het feit dat deze twee overheden niet ook de oorlog verklaarden aan Sovjet Rusland, die Polen binnenviel op 17 september 1939 (in overeenstemming met de voorwaarden van het Duits-Sovjet pact van 23 augustus 1939) maakt zeer duidelijk dat de Engelse garantie aan Polen – zoals de Brits-Franse oorlogsverklaring aan Duitsland- niet gemotiveerd was door een zorg voor Polen maar enkel gericht was tegen Duitsland.


Vier weken later was Polen verbrijzeld als land en opgedeeld onder Duitsland en Rusland, zonder dat er ook maar een schot afgevuurd was in het westen. Engeland en Frankrijk hadden niets gedaan voor hun Poolse bondgenoot en nu begon Hitler een aanval op Frankrijk te plannen. Op hetzelfde moment hoopte hij dat Engeland vrede met hem zou sluiten, terwijl ze de heerschappij van een nu krachtig Duitsland in Oost-Europa zouden accepteren. Hij geloofde dat Engeland hiermee in zou stemmen nu dat Polen omver geworpen was, of op zijn laatst na de Duitse overwinning op Frankrijk.


Na de bliksemsnelle overwinning van Duitsland op Polen, en voor de aanval op Frankrijk in mei 1940, ondernam Hitler de eerste van zijn vele pogingen tot vrede in het westen. Zijn vredesoffer van 12 september 1939, vergezeld met de verzekering dat onder zijn leiderschap Duitsland nooit op zou geven, was een fiasco. Het werd gesteund door Stalin, maar afgewezen door Chamberlain en de Franse premier Daladier.
Pas toen alle hoop op een vrede met Engeland en Frankrijk voor Hitler vervlogen waren beval hij tot de aanval op Frankrijk. Het begon op 10 mei 1940, en Frankrijk gaf zich over op 21 juni 1940. De Frans-Duitse wapenstilstand werd getekend op 22 juni in dezelfde treinwagon in Compiègne waarin de Duitsers de vernederende wapenstilstand van november 1918 hadden getekend.


Niemand had een dergelijk snelle Duitse overwinning op Frankrijk voorzien. Als gevolg van deze ongelofelijke prestatie had Hitler zichzelf  uitgeroepen tot leider van het Europese continent, van de Atlantische oceaan tot de Bug rivier (in Polen) en van de Noord Kaap tot Sicilië. Engeland echter bleef in de weg staan van zijn doel; een vrije hand op het continent. Tijdens zijn bezoeken in juni 1940 aan de plaatsen waar de Duitsers hun succesvolle militaire campagnes ondernamen, uitte Hitler nogmaals zijn hoop op het bereiken van een uitgebreide vredesovereenkomst met Engeland. Het was op dat moment dat zijn afgevaardigde, Rudolf Hess, besloot dat – mocht het nodig zijn - hij zich persoonlijk in zou zetten tot het bereiken van de belangrijke vrede met Engeland.






Vliegreis voor vrede


Wat er werkelijk gebeurd is tussen juni 1940 en 10 mei 1941, de dag dat Rudolf Hess vertrok in een Messerschmitt 110 richting Schotland, is alleen globaal bekend omdat de relevante Britse documenten nog steeds geheim zijn. De Hess documenten die met veel ophef vrij gegeven werden in juni 1992 bleken één grote teleurstelling. In de ongeveer tweeduizend pagina’s stond absoluut niets van enig echt belang over de geheime contacten die er waren tussen Engeland en Duitsland, over de Britse vredesgroepering (waarin leden van de Britse Koninklijke familie zaten) en hun zoektocht naar vrede met Duitsland, of over de rol die de Britse geheime dienst speelde alvorens hij zijn vliegreis ondernam. Kort gezegd, de documenten bevatten niets dat duidelijk maakte waarom Rudolf Hess echt hoopte dat zijn missie best succesvol zou kunnen verlopen.


Het kan in ieder geval met zekerheid gezegd worden dat de immer geheime Britse documenten niets bevatten dat slecht zou afgeven op Rudolf Hess of de Duitse politiek van dat moment. Het kan juist met zekerheid gezegd worden dat de documenten die de Britse overheid nog steeds geheim houdt juist slecht af zouden geven op de Britse overheid van dat moment en Winston Churchill. Ik wil zelfs zo ver gaan om te zeggen dat deze verborgen documenten bevestigen dat Churchill ernaar streefde om de oorlog te rekken, met alle leed, vernietiging en doden van dien.


Sommigen zullen deze uitspraken afdoen als niet gerechtvaardigd en zelfgenoegzaam. In dit verband wil ik dan ook de woorden van een Britse historicus citeren die uitgebreid onderzoek heeft verricht naar dit onderdeel van dat verschrikkelijke conflict. In tien dagen tot het noodlot: Het geheime verhaal van het vredesinitiatief van Hess en de Britse inspanning om vrede te sluiten met Hitler (New York: W. Morrow 1991), concludeert John Costello dat het best mogelijk was geweest om de Europese oorlog te stoppen alvorens dat het een wereldoorlog werd, als de Britse regering maar de geringste poging had gedaan.


In tien dagen tot het noodlot [op pagina’s 17 tot en met 19] schrijft Costello de volgende onthullende zinnen:
Totdat de Britse regering de huidige politiek verandert en relevante onderdelen van zijn geschiedkundige geheime dienst archieven vrij geeft, kan het mogelijk worden om vast te stellen of de clandestiene contacten met Duitsland die overduidelijk een rol speelden in het krijgen van Hess naar Schotland in de nacht van 10 mei een triomf van de geheime dienst was of een sinister complot tot vrede dat uit de hand liep. Het is nu onbetwistbaar dat de missie van Hess verre van een “hersenspinsel” was van de afgevaardigde van Hitler zoals het nog steeds neergezet wordt door Britse Historici. Het gedocumenteerde bewijs dat tot nu toe naar boven is gekomen [waar ik wel tussen haakjes aan wil toevoegen, nog maar slechts het topje van de ijsberg is] maakt duidelijk dat het de uitkomst was van een in elkaar grijpende reeks van geheime Britse en Duitse manoeuvres naar vrede die terug herleidt kunnen worden tot de zomer van 1940. De stukjes van de puzzel vallen nu langzaam op zijn plaats dat: […]
  • Het bevel van Hitler dat de optrekkende Panzers bij Duinkerk moesten wachten was een zorgvuldig geplande strategie om de Britse en Franse overheden over te halen om een vrede te bewerkstelligen.
  • Een meerderheid van het (Churchill) oorlogskabinet had besloten om Gibraltar en Malta te ruilen voor het behouden van de macht in het koninkrijk.
  • Een gealarmeerde president Roosevelt zocht in het geheim Canadese hulp om te voorkomen dat de Britten een “zachte vrede” met Hitler zouden sluiten.
  • Franse leiders geloofden op 24 mei 1940 dat Engeland niet zou vechten maar een gezamenlijke vrede zouden accepteren bemiddeld door Mussolini in mei 1940.
  • Churchill –en Engeland- overleefden enkel omdat de minister president zijn toevlucht nam tot Machiavelliaanse intriges en een bluf met een hoge inzet om de weifelende secretaris van buitenlandse zaken er van te weerhouden het oorlogs kabinet een vrede bedacht door R.A. Butler in te praten. Toen Frankrijk viel stuurde de staatssecretaris Lord Halifax het bericht naar Berlijn dat “gezond verstand en niet bravoure” Engeland zou gebieden om te onderhandelen met Hitler in plaats van hem te bevechten. […]
  •   Twee dagen nadat Churchill had beloofd dat “ze zich nooit over zouden geven” gaven Lord Halifax en R.A. Butler via Zweden aan Berlijn te kennen dat er een Brits vredesvoorstel gemaakt zou worden na de Franse wapenstilstand op 18 juni 1940.
  • Ambassadeur Kennedy had tijdens een heimelijk contact met de afgezanten van Hitler geprobeerd de oorlog te stoppen terwijl de Britse overheid hem er van verdacht te profiteren van de informatie over de schatkist om een grote slag te slaan op de internationale markt en de transacties van effecten. […]
  • De Hertog van Windsor en andere leden van de Koninklijke familie wakkerden de Duitse verwachtingen aan dat een vrede overeen te komen zou zijn.
  • Het plan van Hess om naar Schotland te vliegen nam zijn vorm aan tijdens de laatste dagen van de slag om Frankrijk en werd aangemoedigd door zijn ontdekking dat Engeland uitzocht of vrede mogelijk was via Zwitserland en Spanje.
  • MI5 (de Britse geheime dienst) onderschepte het eerste initiatief voor vrede van Hess en veranderde het in een operatie om Hess een mes in de rug te steken door hem in een val te laten lopen gezet door de Hertog van Hamilton en de Britse ambassadeurs in Zwitserland en Madrid.
  • De dramatische aankomst van Hess liet Churchill geen andere keuze dan de affaire te verdraaien en te begraven onder officiële stilte ten einde niet alleen de Hertog van Hamilton te beschermen maar ook hogere Tory collega’s die zelfs in 1941 er van overtuigd bleven dat er een eervolle vrede gesloten kon worden met Hitler.
Meer dan vijftig jaar heeft de Britse mantel van geheimzinnigheid de waarheid verdoezeld en verdraaid. De officiële geschiedenis heeft zorgvuldig de rol gemaskeerd die gespeeld werd door de belangrijkste spelers in de poging die een jaar geduurd heeft om een overeenkomst te bewerkstelligen met Hitler achter de rug van Churchill om. Tot in hoeverre deze pogingen tot vrede succesvol waren wordt geheim gehouden om de reputatie van Britse politici en diplomaten te beschermen die geloofden dat Hitler een minder grote dreiging was voor het koninkrijk dat Stalin dat was…

Churchill had ook zo zijn eigen redenen om deze ruzies omtrent de oorlog tussen hem en andere gezaghebbende leden van de conservatieve partij te begraven. Hij wilde geen schandaal dat de roem van zijn leiderschap zou ondersneeuwen tijdens de slag om Brittanië en de “witte gloed, overweldigend en subliem, die door ons eiland stroomt van de ene naar de andere kant.”

Het “hoogtepunt” van Engeland en de rol die Churchill speelde in dit smeedstuk werden vastgelegd als de meest vermaarde hoofdstukken in de Engelse geschiedenis. Zijn visionaire moed had ,door middel van woorden in plaats van militaire inhoud, het Britse geloof gecreëerd dat, tegen alle ontelbare verwachtingen in, ze Hitler konden verslaan in 1940.

Niemand weet zeker of Rudolf Hess zijn vliegreis heeft ondernomen met medeweten en de zegen van Adolf Hitler. Beide mannen zijn nu immers overleden. Echter al de beschikbare kennis suggereert dat Hitler vooraf wist van de vliegreis:


Ten eerste: Slechts enkele dagen voor de vliegreis had Rudolf hess een privé vergadering met Hitler die vier uur duurde. Het is bekend dat de twee mannen hun stemmen verhieven tijdens gedeeltes van hun gesprek en dat toen zij klaar waren, Hitler zijn afgevaardigde vergezelde naar de voorkamer, geruststellend zijn arm om diens schouder sloeg en zei: “Hess je bent echt koppig.”


Ten tweede: De relatie tussen Hitler en Hess was zo hecht en vertrouwelijk dat men er logischerwijs van uit kan gaan dat Hess een dusdanig belangrijke stap niet ondernomen zou hebben tijdens een oorlog zonder eerst met Hitler te overleggen.


Ten derde: Ondanks dat de adjudanten en secretarissen van Hess gevangen werden genomen na de vliegreis kwam Hitler wel tussenbeide om de familie van Hess te beschermen. Hij zorgde ervoor dat de vrouw van Hess een pensioen ontving en hij stuurde een persoonlijk telegram naar de moeder van Hess toen haar man overleed in oktober 1941.


Ten vierde: Tussen de documenten die in juni 1992 vrijgegeven werden door de Britse autoriteiten zaten twee afscheidsbrieven die Rudolf Hess schreef op 14 juni 1941, de dag voordat hij probeerde zelfmoord te plegen in Mytchett Place in Engeland. De brieven waren geschreven nadat hij zich realiseerde dat zijn vredesmissie definitief gefaald had. Één ervan was geadresseerd aan Hitler en de andere aan zijn familie. Beiden bevestigen duidelijk dat de hechte band die hij met Hitler had nog steeds bestond. Als hij zijn nu overduidelijk gefaalde missie had ondernomen zonder het medeweten van Hitler, zou hun band niet meer er een van vertrouwen zijn.


En ten vijfde: Gauleiter Ernst Bohle, de vertrouweling hoog geplaatste ambtenaar van Hess die hem geholpen had wat papieren te vertalen in het Engels, bleef tot zijn dood er van overtuigd dat dit alles was gebeurd met medeweten en goedkeuring van Hitler.  








Onderdrukken van historisch bewijs


Een algemeen commentaar op de beschikbare informatie omtrent het vredesvoorstel van Hess is op zijn plaats: Tijdens de gehele veertig jaar durende periode van zijn gevangenisstraf in Spandau werd het hem verboden om openlijk te praten over zijn missie. Dit knevel bevel was overduidelijk ingesteld omdat hij bepaalde dingen wist, die mochten ze openlijk bekend worden uitermate genant zouden zijn voor de Britse overheid en mogelijk zelfs voor de Amerikaanse en Sovjet overheden.


Als gevolg hiervan blijft hedendaags geschiedkundig onderzoek compleet afhankelijk van Britse documenten. De Engelse autoriteiten hebben aangekondigd  dat vele belangrijke documenten uit de Hess archieven achter slot en grendel zullen blijven tot 2017. De gehele affaire werd zo geheimzinnig behandeld dat niet meer dan een handvol individuen rondom Churchill overal van op de hoogte waren. De voorstellen, plannen en aanbiedingen die Hess bracht blijven tot op dit moment geheim in de archieven. Zolang dat deze documenten geheim blijven zal de wereld nooit de precieze inhoud van de vredesvoorstellen weten die Hess met zich mee bracht om aan te bieden aan de Britse overheid in mei 1941. Dit alles moet natuurlijk in ogenschouw genomen worden bij iedere serieuze beoordeling van de historische vliegreis van Hess.


Één indicatie dat Hess meer gezegd heeft dan dat nu bekend is, staat in een notitie gemaakt op 3 juni 1941 door Ralph Murray van het “Politieke oorlogsvoering bestuur” – een ultra geheime Britse overheidsinstelling- voor Sir Reginald Leeper, hoofd van de geheime dienst afdeling van buitenlandse zaken. Dit document suggereert dat minister van buitenlandse zaken Cadogan ook een gesprek had met Rudolf Hess.
Het doel en de inhoud van dit gesprek kunnen nog steeds niet vastgesteld worden: De beschikbare informatie is nog steeds niet volledig. Desalniettemin lijkt het alsof tijdens dit gesprek de plaatsvervangend Führer nog specifieker en gedetailleerder was omtrent zijn voorstellen dan dat hij in sommige latere gesprekken was.


Dit waren de voorstellen van Hess:


Één: Duitsland en Engeland zouden een overeenkomst bereiken gebaseerd op wereldwijde politiek van het status quo. Dat wil zeggen, Duitsland valt Rusland niet aan voor Duitse Lebensraum.


Twee: Duitsland zou haar vorderingen op voormalige koloniën laten vallen en zou de Britse heerschappij op zee erkennen. In ruil daarvoor zou Engeland continentaal Europa erkennen als belangengebied van Duitsland.  


Drie: De toenmalige relatie van militaire kracht tussen Duitsland en Engeland in de lucht en op de zee zou behouden worden. Dat wil zeggen dat Engeland geen enkele versterking vanuit de Verenigde Staten zou krijgen. Ondanks dat er geen verwijzing was naar grondtroepen kan er aangenomen worden dat de balans van troepen ook in dit geval behouden zou blijven.


Vier: Duitsland zou zich terug trekken uit Frankrijk na de totale ontwapening van het Franse leger en de marine. Duitse zaakgelastigden zouden in Frans Noord-Afrika blijven en duitse troepen zouden in Libië blijven tot vijf jaar na het sluiten van de vrede.


Vijf: Binnen twee jaar na het sluiten van de vrede zou Duitsland vazalstaten stichten in Polen, Denemarken, Nederland, België en Servië. Echter zou Duitsland zich wel terug trekken uit Noorwegen, Roemenië, Bulgarije en Griekenland (met uitzondering van Kreta dat ingenomen was door Duitse parachutisten in mei 1941). Na enige afrondingen in het oosten, noorden, westen en zuiden (Oostenrijk en Bohemia-Moravia zouden klaarblijkelijk binnen het Rijk blijven) zou Duitsland toegeven aan de Britse positie in  het oosten van de Middellandse zee en het Midden Oosten.


Zes: Duitsland zou Ethiopië en de rode zee erkennen als gebieden van Britse invloed.


Zeven: De persoon tegen wie de plaatsvervangend Führer sprak was ietwat in de war of Italië al dan niet ingestemd had met de vredesvoorstellen van Hess. Hess zelf zei hierover niets, ondanks dat de punten vier en zes een aanzienlijke invloed uit zouden oefenen op de Italiaanse belangen.


Acht: Rudolf Hess gaf toe dat Hitler bij voorbaat er mee ingestemd had dat het officiele afdekkende verhaal, dat in Duitsland uitgevaardigd zou worden, was dat hij “geestesziek” was.   


Dit vredesvoorstel zou inderdaad een vrede hebben gebracht in de wereld in 1941. Als Engeland had onderhandeld met Duitsland op deze basis zou de Duitse aanval op Rusland – die niet meer dan 3 weken later begon op 22 juni 1941- niet plaats hebben gevonden, omdat Hitler verkregen zou hebben wat hij nodig had om te overleven: controle over het continent. De oorlog zou op alle fronten afgestorven zijn.


Maar zoals we weten bleef de oorlog doorgaan – vernietiging, lijden en dood op een bijna ondenkbare schaal met zich meebrengend - omdat de uitgestoken hand van de vrede geweigerd werd door Churchill en Roosevelt. De vrede die zij zochten was een Carthaagse vrede. Hun enige oorlogsdoel was de vernietiging van Duitsland.


Na de eerste interviews met Rudolf Hess uitgevoerd door de Hertog van Hamilton en Sir Ivone Kirkpatrick in Glasgow werd Hess geïnterviewd op 9 juni 1941 door Lord Simon de Lord kanselier en op 9 september 1941 door Lord Beaverbrook, minister van vliegtuig productie. Enkele dagen later vloog Beaverbrook naar Moskou om militaire hulp voor de Sovjet Unie te regelen. Deze twee interviews waren niet gemotiveerd door enig verlangen naar vrede, maar waren enkel en alleen om enig mogelijke militaire geheimen uit Hess te krijgen.